Allerzielen zegt de regen

1 november 2013

Allerzielen zegt de regen en ik fiets door het Vondelpark op weg naar mijn celloleerling, een oudere dame die in een pension woont. Ik geef haar les aan huis omdat het echt onmogelijk is voor haar om met rollator en cello naar de tram, in de tram, uit de tram, tot in mijn studio te geraken. Ze is minder mobiel en meer. Een muzikale donder, levenslang piano gespeeld. Haar slechter ziende blik vraagt om een handmatige vergroting van het notenschrift. Ik laat haar bevend toonladders spelen en kopieer een Schots volksliedje op lijntjespapier. Trek vijf lijnen horizontaal en zie, er staat een notenbalk. Nog een, en nog, tot het blad vol is. Het is best een klus en de toon van de cello warmt zich schielijk op aan een ogenschijnlijk vergeten van mijn aanwezigheid. Of is het omgekeerde het geval?
Zal ook ik dan moed verzamelen en het zeggen, namelijk dat het Allerzielen is en dat ik denk aan alle ouderen die ik mis en missen zal? Nee, dat geeft geen pas, het is absoluut niet kies, enzovoort, etcetera.

Het liedje speel ik ‘effe’ voor. Het is een mooie melodie, met die typisch folky versierinkjes op de derde tel. Eenvoudige doch doeltreffende speelse melancholiek. Iedereen die dit leest kan zich volgens mij een voorstelling van een Schots volksliedje voorgespeeld op Allerzielen maken. De tuindeuren staan open. Dat is ook niet altijd, hoor. De ramen van de buren waren al geopend, ondanks de regen die als hij het wil, zonder probleem flink naar binnen kan waaien. Ondanks mist en miezerregen is het een fijne les geworden. Ik denk dat we een voorzichtig luisterend publiek hebben, zeg ik tegen mijn leerling die inmiddels in haar miniatuurkeukentje koffie aan het zetten is.