De pup en de drie eendjes

30 december 2012

Een Amerikaanse vriendin vertelde aan de telefoon dat ze voor kerstmis drie ‘ducks’ had geprepareerd. Niet alleen verbaast het me in het algemeen dat mensen de mooiste dieren afmaken voor het bevredigen van hun niet bestaande honger, het feit dat ze dit schaamteloos doen, maakt het nog erger. Zo ook mijn vriendin die haar keukengeheim zonder nadenken aan mij, een bijna vegetariër, meedeelde. Ik was er de rest van de dag een beetje ziek van. Idiote hypocrisie. Eigen schuld. Had ik vorige week maar geen biologische gehaktbal moeten eten. Een typisch geval van karma debet, mijn carnivore activiteit kwam in drievoud bij me terug. Wist die vriendin veel. Ze klonk trots: ‘I looooooove duck. It was the first time I prepared three of them.’ Ik vertaal haar Engels even letterlijk. To prepare is gewoon iets klaarmaken maar neem ik de betekenis van het werkwoord prepareren letterlijk dan wordt het even iets plastischer allemaal. In de taxidermie betekent het dat dode dieren worden opgezet in een natuurlijke houding. In het algemeen kan je de betekenis loslaten op een aantal aspecten van het leven. Dan betekent prepareren gewoon dat je iets aan het voorbereiden bent. Het is een bezigheid die nodig is om tot een bepaalde resultaat te komen. Het is een transitief werkwoord zonder dat het letterlijk een transitief is – want stel je voor dat je jezelf zou prepareren – omdat je in een situatie bent waarvan de stadia van de situatie en vooral van het object dat je onderhanden hebt (dit kan ook een mentale activiteit zijn) zich onder jouw handen voltrekken (en onder jouw handen alleen.) De Van Dale zegt het heel mooi: prepareren kan drie dingen betekenen en ik citeer nu de online versie: een) klaarmaken, (2) door een bewerking andere eigenschappen geven en (3) (zich) voorbereiden.

Ik kan de tweede betekenis van prepareren goed gebruiken. Bewerk ik het woord ‘ducks’ een beetje en doe ik dit vooral om het effect van mijn boodschap beter te laten aankomen bij de eenzame bloglezer, dan plooi ik de letters een beetje, leg de speciaal voor kerstmis klaargemaakte eendjes op een zilveren dienblad, de poten omhoog, en daarna laat ik in gedachten een pup de kamer binnenkomen. Ja, een pup. Schattig speels en stout snuift hij de geur op van gebraden eend. Hij staat een tijdje stil, en springt dan op een stoel, de bek open om snel toe te kunnen slaan. Maar ik ben sneller dan hij, en met mijn blote handen breek ik hem de nek.

Ik leg het diertje met gespreide poten op zijn rug.