Opruimen

19 april 2018

Aan het einde van een werkdag mag ik van mezelf opruimen.

Klinkt als een cadeau uit onverwachte hoek. Ik ben moe. Er is de laatste tijd veel gebeurd in mijn leven en de studio weerspiegelt dat. Ik wil niet zeggen dat het hier chaotisch is, au contraire, maar goed opgeruimd is anders. Ergens in oktober heb ik een solotentoonstelling en daar heb ik inmiddels al absurd veel schetsen voor gemaakt op grootformaat papier, objecten zijn verzameld en weten meteen stof te vergaren; en sinds mijn vader overleden is, eind vorig jaar, staan zijn spullen wiebelend opgetast op de entresol in mijn studio.

In huis paste het niet. Ook daar ligt het o-woord (‘We moeten nodig gaan opruimen!’) steeds in de mond zowel van mij als van mijn man bestorven.

Wie zei ook alweer dat een ruimte weerspiegelt hoe het geestelijk met de mens gesteld is? En waarom geeft opruimen zoveel voldoening? Ik ben verslaafd aan het vegen van de vloer. Van het geluid alleen al word ik rustig, gelukkig. Dat is een typische trek die mensen in de wiccawereld met elkaar gemeen hebben, maar de doorsnee ritueeladept doet dit evenzeer. De liefde voor de bezem. Binnenkort ga ik aan mijn nieuwe bezem beginnen, een kleintje, ik heb wilgentakjes verzameld, omwonden met ruw sisaltouw. De bosjes wachten braaf op hun beurt om gebruikt te worden. Nog even.

Opruimen en vegen, schoonmaken en stof verzamelen.

Ik kijk me om heen, de studio is nog stil, het zonlicht is op dit tijdstip (09:26) nog nauwelijks binnen. Het wordt weer een warme dag.