Pipi machen

13 januari 2013

In Duitsland ontstond een jaar terug ophef over een beeld van een politievrouw, hurkend afgebeeld, broek omlaag. Plassend. De kunstenaar was jong en scheen er geen bijzondere bedoelingen mee te hebben. De ophef was buiten proportie. Ik probeer mijn geheugen te onderzoeken op jaartal van het incident, namen (naam van kunstenaar, naam van beeld, naam van museum) en dan kom ik uit mijn hoofd eigenlijk alleen op Petra, de naam van het beeld, van de fictieve politievrouw. Leidde Petra in het land van even ‘Pipi machen’ tot een zekere controverse, voor mij was ze een inspiratiebron. Ze heeft mede bijgedragen aan een scene in mijn roman Witte Vlag, waar de hoofdpersoon (een vrouw) in het park plast. Ook de politie laat ik er aan te pas komen. Maar goed, daarover meer een andere keer. Ik denk nu aan Petra omdat ik geen krant kan openslaan de laatste dagen of ik kom het woord ‘plassen’ tegen. Ook mijn dagelijkse check van de tweets van mijn dierbare followers, levert een aanzienlijke oogst aan berichten op over wat je eigenlijk als het meest tegenovergesteld aan wildplassen zou kunnen opvatten. Ik vind het vreemd dat de moderne mens zich ineens druk lijkt te maken over iets wat al heel lang gebeurt. Het gebeurt in zwembaden. Het gebeurt in de badkamer. Het is je reinste onzin om te denken dat we nu iets revolutionairs in handen hebben om water te besparen. We zijn toch allang niet meer nat achter onze oren, zou ik zeggen. Valt het plassen onder de douche onder grensverleggend gedrag? Iedereen grijpt toch elke kans aan om het water langs de benen te laten lopen? In zee schijnt het zo normaal te zijn, dat de zuurgraad van het water aan de Noordzeekust tijdens zwembare periodes (wanneer het water voor de meeste mensen warm genoeg is) door al dat geplas enkele procenten stijgt. Dat hoeft niet per se schadelijk te zijn voor het water, de mensen of de vegetatie. Ik noem het toch maar even.

Ik wil eigenlijk weten wat de kunstenaar precies voor ogen had toen hij het beeld ‘Petra’ maakte. Het is een volmaakte replica van een vrouw in kunststof, vertel ik er even bij; ze draagt officieel ogende politiekleding en een pet. De plas urine waar ze boven hangt, is gemaakt van rubber en doordat het beeld zo eng goed op een vrouw lijkt, is ook de urine van een afstand niet van echt te onderscheiden. Ik zal niet ingaan op allerlei sociaal culturele of kunsthistorisch veelbetekenende zaken zoals onze belachelijke obsessie met perfectie of het opzettelijk imperfecte van onze representaties van bestaande fenomenen. Ik wil mijn verhaal lichtvoetig houden en mijn ongecontroleerde mening als feit aan de lezer opdienen: iedereen plast onder de douche. Ook ‘Petra’ wil het idee van ‘iedereen doet het’ uitdrukken. De kunstenaar nam juist een vrouw als voorbeeld nadat hij voor de zoveelste keer een politieagent in de vrije natuur had zien wildplassen. Hij wilde zien hoe dat eruit zou zien zonder er al teveel woorden aan vuil te hoeven maken. Plassen is dus al jaren hot. Praten over plassen mag wat mij betreft wel een graadje minder hot worden. Het zijn de beroemdheden, blauwbloedigen en mediageile politici onder ons die het fatsoen missen om er hun mond over te houden. Nu gaan mensen hun plas onder de douche uit valse schaamte of pure recalcitrantie (‘Wil jij me gaan vertellen dat ik onder de douche plassen moet vanwege het milieu?’) juist ophouden en dan zijn we met het tot nu toe meest bijzondere bezuinigingsvoornemen van 2013 nog verder van huis. Het jaar is nog pril gelukkig.