Rituelen

18 februari 2015

Ja, ook jij leeft in een maatschappij met hernieuwde behoeftes aan rituelen. Het was een tijd een trend te noemen. Verjaardagen kon je juist in een kringetje blijven vieren maar dan deed je dan met een nieuwe, van campy folklore bewuste blik. Je mocht de ironie ook overboord gooien, geen mens maalde erom. Een kunstenaar die mensen koppelde aan herdenkingen, historie en een fraai overkoepelend ritueel, kon tot voor kort eigenlijk vrijwel zeker op subsidie rekenen. Rituelen zijn hot maar ook op hun retour.

Zelf ben ik ook behoorlijk fan van het rituele mits het er niet te dik bovenop ligt. Een kaarsje aansteken kan prima thuis; een simpel wierookstokje naast de foto van de geliefde dode steek ik liever in mijn eentje aan. Dit soort ‘mooie’ gebaren kun je makkelijk uitvoeren zonder dat de hele wereld over je schouder meekijkt. En dan is het nog zuiverder als je er juist geen selfie van maakt.

Begrijp me niet verkeerd, natuurlijk is het louterend als een mensenmassa belangeloos een stille tocht onderneemt voor een humanitaire zaak. Het is echter de morele verplichting die als een mist boven dit soort evenementen hangt die me tegenstaat. Zo voelde ik de druk om me Charlie te noemen in plaats van Emily. Niet gedaan trouwens. (En nu rond dit onderwerp wat luwte is ingetreden, vraag ik me af wie echt een abonnement op de Hebdo heeft genomen.)

Natuurlijk besef ik het onderscheid tussen het zojuist door mij geciteerde openbare leed met verstrekkende maatschappelijk implicaties versus klein strikt persoonlijk verdriet in het veld van rituelen.

Toen mijn moeder overleed, viel mij vooral het verschil in reacties op. Sterker nog, het overviel me. Ik miste de doodgewone doorsnee huis, tuin en keuken condoleance. Kennelijk is het niet meer vanzelfsprekend om iemand met een verlies van dat kaliber via dat lekker ouderwetse Franse leenwerkwoord met wat steun te injecteren. In de eerste weken hechtte ik daar veel waarde aan. Te veel, misschien. De mensen die het wel zeiden en het in mijn ogen ‘goed’ deden, gaven mij een mooi compact gevoel van troost, aan de anderen ergerde ik me, eh, dood.

Zo vond ik het absoluut niet kunnen dat iemand mij een ellenlange E-mail stuurde vol eigen sores om ergens tussen de alinea’s een simpele ‘nou, meid, sterkte hè’ te proppen. Op zo’n moment doet dat gewoon pijn. We hebben het hier niet over een ontstoken kies.
Is het uitspreken van de standaardfrase ‘Gecondoleerd met het overlijden van je moeder’ een ritueel op zijn retour? Levert het customizen van rituelen zoveel verwarring op dat mensen gewoonweg vergeten zijn ‘hoe het hoort’? Een vervelend grijs gebied waarin je je als nabestaande wat verloren en soms zelfs eenzaam kunt voelen.