De wand van Jeff Wall
31 maart 2014We leerden dat het anders was geworden, de vierde wand was door de revolte wensende tomatengooiers uit de seventies afgebroken. We leefden ons met man en macht uit op het gat geslagen in de drie resterende wanden en knarsten ’s nachts niet meer zo hevig met de tanden. Brecht was gesneden koek, en op het toneel kon je je als publiek zomaar met de spelers spelen, als je wilde.
Ik heb de laatste weken met een mengeling van plezier en verbazing de lofprijzingen van de kunstliefhebbende goegemeente over het monumentale werk van de Amerikaanse fotograaf Jeff Wall gehoord. Was hij Engelsman geweest dan was de man allang, en ik herhaal, allang in de adelstand verheven. Sir Jeff Wall. Klinkt als een klok.
Wie een Nederlandse google tik wil uitvoeren van een toets of vier (Wall, met een kleine letter kan ook) krijgt zowaar op nummer vier de webstek van het Stedelijk te pakken. Ik zou de link met alle liefde verkleven in dit blog, ware het niet dat ik de lezer liever attent maak op artikel http://www.groene.nl/artikel/oude-kunst-bestaat-niet uit De Groene Amsterdammer. Deze stamt uit het jaar 2011 maar geeft via een sterk interview goed inzicht in de werkwijze en denkbeelden van de ongekroonde koning van de conceptuele fotografie. Een ijzersterk stuk, op de eerste zin na: “Jeff Wall (Vancouver, 1946), behoort tot de meest succesvolle kunstenaars behoort van onze tijd,” want ben je daarmee niet het gros van de kritische kunstzinnige lezers kwijt?
Wat me opviel gedurende de zondagmiddag dat ik met mijn dierbare ex-ateliergenoot door de zalen van de eerste verdieping van lichtbak naar lichtbak trippelde en zweefde dat opvallend veel losse ouders met een kind hetzelfde deden. Er waren ook andere mensenparen, stellen, vriendinnen die net als ik met mijn compaan probeerden om niet in een al te chatty mood te raken bij het zien van de reuzenpuzzels die je van het werk van Wall kunt maken. Vooral als je een kleine dosis informatie gevoerd hebt gekregen over zijn werkwijze is het makkelijk om snel heel kritisch te worden. Sceptisch.
Wie zegt dat de jonge mensen op de brede stoep van de nachtclub ‘1082’ werkelijk tijdens de shoot daar tot op de millimeter nauwkeurig door Wall zijn opgesteld? Wie wil weten of er een verschil zit tussen wat Wall in werkelijkheid had waargenomen en de uiteindelijke reconstructie? Wie vraagt zich af of de tijd die tussen het werkelijk geziene ligt en de reproductie of de uiteindelijke re-anactment meer is dan een jaar? En of je dan nog kunt spreken van een nauwkeurige reconstructie of van de tot stand brenging van een glimp van een beeld, het leven inblazen van een herinnering?
Ik beken: ik ben van kop tot teen op google ingesteld en ram de hele titel In front of a nightclub in de space balk van de google homepage. De eerste vermelding is deze link getiteld Up Against Jeff Wall, vier woorden waaruit een wereld van kritiek opvlamt.
Het valt mee. De Amerikaanse journalist Richard Lacayo, specialist op het gebied van fotojournalisme, volgt Wall sinds lange tijd, komt bij hem over de vloer, en uit in het bondige online stukje eigenlijk meer zijn irritatie over de zucht van kunstenaars in het algemeen (schrijvers inclusief) om het alledaagse op een pijnlijke manier te ontleden in de hoop er een soort alchemisten goud uit te kunnen destilleren.
Waar Wall miljoenen mensen een onnavolgbaar plezier mee doet is de mededeelzaamheid van hem aan ons adres wat zijn knappe reconstructietechniek aangaat.Ik bedoel dit niet letterlijk, even voor de duidelijkheid. Het is impliciet aan zijn werk af te lezen. We zien dat er een stap voor stap afbraakproces heeft plaatsgevonden van zijn mentaal verpozen, we snappen het mallotig mooie minutieuze plak – en knipwerk dat nodig is geweest om er een persoonlijk rapportage in de zoveelste graad van te maken. Ja ja (en ik zeg nu Lacayo een beetje na): hij laat de schilderkunst via het fotografisch tot leeg monstrum herrijzen, maar meer nog toont hij de teloorgang van een ander medium, het theater, en daarin de crash en doorgang naar een andere tijd, en de afbraak van de vierde wand. We zitten midden in Walls werkelijkheid met de schijnbare urgente opdracht er het onze van te maken, zo alledaags, zo gewoon, zo casual en universeel zijn de locaties, al speelt het zich vaak dichtbij zijn eigen woonstee af, Vancouver.