Shut Up and Write!

16 februari 2016

Op uitnodiging van het Letterenfonds en Jonas Kooyman, organisator van Shut Up and Write, nam ik deel aan de opening van de derde serie, een schrijfsessie van een uur. Het idee is om met medeschrijvers, vaak vreemden, aan één tafel te zitten, en na een korte introductie aan een eigen tekst te werken. In stilte, wel te verstaan.

Stiekem schrijf ik toch iets anders dan beloofd tijdens het voorstelrondje. (‘Ik ga werken aan mijn tweede roman.’ Na wat geschuif met zinnetjes, een afspraak met redacteur in het vooruitzicht, is dat voornemen na een paar extra regeltjes gedaan.) Ik reflecteer meteen op de situatie. Samen schrijven. Simultaan. Dat is voor mij iets van jaren geleden. Schrijflessen, werkgroepen aan de universiteit, en ga ik verder terug dan kom ik uit op de middelbare school. De trein als schrijflocatie tel ik nu niet meer terwijl ik daar soms met een volledig gevulde ‘Stiltecoupé’ zwijgend aan het werk ben, verrast door het troostend rammelend geluid van andermans toetsen, een onverwachte concentratie die meester van me maakt. Wonderlijk fenomeen van de mobiele werkruimte, de gevreesde onrust, onverwachte prikkels, vreemde injecties, ongevraagde input van buitenaf.

Iets vergelijkbaars overkomt me als ‘newbie’ in het ‘Wees stil en schrijf’ fenomeen. De acht (later negen) onbekenden rondom de tafeltennistafel, tijdelijk gepromoveerd tot ‘Schreibtisch’, beginnen me te inspireren door hun geconcentreerde aandacht. Iets gaat meteen aan, lijkt wel, een gezamenlijke intentie: een willen delen van een ervaring, en toch qua inhoud de privacy beschermd. Bijzonder. De laptop is hun werktuig, verlengstuk van hun gedachten. Ervaren hanteren zij hun tool, de vingers dansten over de toetsen. Niemand met een schrift (met vulpotlood) naast zich, zoals ik.

Het voorstelrondje leert dat een aantal hun geld verdient met schrijven. Een krantennaam komt voorbij, weer een ander werkt aan een artikel voor een nieuwetijdsblad. Een jongen vertelt voor het eerst met een (groter) verhaal bezig te (willen) zijn. Ietwat verlegen met de aandacht, deelt hij toch. Mooi. Klinkt of er een heuse horde wordt genomen. Het gros van het groepje kent elkaar, en verheugt zich reeds op het volgende tweewekelijks treffen. De speltafel straalt een beetje door de bevrijding van dit leuke, nieuwe spel waarbij je niet tegen elkaar speelt, maar met elkaar.

Dan is het uur u aangebroken, het moment waarop het spel mag beginnen, de structuur van een uur, het zetten van de klok, stoelen worden serieus aangeschoven. Een meisje opent pas op dit moment haar laptop, manifest van een mooi gevoel voor ritueel. De stilte die intreedt wordt door wat feestgedruis uit een naburige ruimte even iets vertroebeld. In de stad is het lastig sterren kijken, zei ooit een vriend, vanwege een overdaad aan licht.