Zwemmen

10 augustus 2013

In gedachten lig ik in haar armen. Wie zegt dit nog van een intieme zwempartij met de zee? Is er misschien iemand die nu voor een vroeg ochtendbad in de zee ligt en dit denkt? Ik zou dit echt graag willen weten. Op dit moment – en ‘dit’ verwijst naar het heden van mijn schrijven al vraag ik me af of bloggen geen zoveelste rangs schrijfvorm is, en zo ja, wat dan nog? – is de ochtend jong en de lucht bedekt, zoals dat zo mooi heet. Bedekt met wolken, valt wel mee. Ze willen best vertrekken, wisten ze maar waarheen. In mijn atelier is het stil en ik verwacht een voortdurende stilte die wel twee dagen zal duren. Minimaal twee dagen, hoop ik. Op vakantie is vrijwel iedereen die hier anders ijverig en kunstzinnig aan het werk is, een paar uitzonderingen daargelaten, en ik ben blij met de leegte omdat afwezigheid een andere energie oplevert in een gebouw volgestouwd met studio’s waar het anders overigens ook prima werken is.
De zee, ik dacht aan haar en toen borrelde hij spontaan in me op, de kitschy zin. Heeft een dichter dit ooit van de zee durven zeggen? (Vast wel.) Ben ik lui of eerlijk wanneer ik niet toegeef aan de impuls om het even op te zoeken? (Dat van de zee, de armen, de naam van een dichter of van een, en hier komt een naar mijn mening vreselijk woord, een dichteres. Een woord dat denigreert terwijl het omgekeer bedoelt schijnt te zijn.) Dat in de armen liggen van een natuurfenomeen was meer of mooier mogelijk in een tijd dat men nog in meerminnen geloofde, of is het toegestaan, een metafoor die verwijst naar moederschap, wiegend troosten, spreekt van beweeglijkheid, een liefdevolle zee, in staat jouw gewicht voor een bepaalde tijd te dragen? Nee, kom, nee, echt, nooit heb ik haar als een moeder voorgesteld, of een geliefde. De Noordzee, jongens, hallo! Stel je voor. De Noordzee is een vervuilde, dat hoef je niet van te voren te weten omdat het doodgewoon behoorlijk zichtbaar is. Troebel is het water, de bodem niet te zien, hoera en help, een verrassing wanneer je wilt gaan staan en niet verwacht dat het nog kan. Een endje van de kust gezwommen, voor je gevoel dan toch tenminste, en nog steeds goed grond onder de voeten voelen.
Vorige week zondag lag ik in die zee, het strand van IJmuiden dobberde veilig vanaf een verzekerde afstand aan me voorbij. De zomer heeft een keer genomen, ik rook het net nog toen ik buiten liep. En hier binnen is het sowieso een andere wereld, een kunstmatige, leegte en concept beheersen de wanden. Denkend aan de zee, de vuile Noordzee, met zicht op het strand van IJmuiden, verlang ik nu al terug naar de zomer.