Dag

14 januari 2015

Je voelt je schuldig in deze tijden wanneer je opstaat, de koude slaapvoeten in warme sloffen schuift en met prevelende yoga-armen de dag begroet. Na wekenlang geketend te zijn geweest door een zwaar gemoed, versterkt door de recente politieke rampen in verschillende werelddelen, moet ik mezelf streng aanspreken op een attitude die het mij mogelijk maakt te doen wat ik moet doen. En dat is toch een zekere afstand nemen van wat er daar gebeurt, en weer geconcentreerd ingekapseld raken in het hier en nu. Mijn hier en nu.

Ik loop mijn woonstraat uit in de Hoofddorppleinbuurt net na halfnegen, en verheug mij op een dag in het atelier. Ik spits mijn oren wanneer ik door een klein zijstraatje loop, en een oudere dame in een geanimeerd gesprek met een vuilnisman. Een geanimeerd gesprek, in het Nederlands, en het ging op het eerste gehoor eigenlijk nergens over. Zij was gewend om haar kleinzoon een fijne dag te wensen voordat hij naar zijn stage ging (“… nou ja, weet je, en dat zegt mijn kleinzoon dat ik hem ’s morgens niet te veel aan zijn hoofd moet zeuren want dan komt hij te laat ..”) en de vuilnisman die met een bloknootje in de hand iets stond op te schrijven, knikt instemmend: “Tja, maar ik ben ’s morgens ook niet om te genieten, hoor.”

En zij (maar ik ben inmiddels al een paar meter van het gesprek verwijderd) zegt dat het wel meevalt. Hij lacht.

Het valt mee, zeg ik hardop. Ik vind het moeilijk om mijn oude mojo terug te vinden. De media vindt de hele tijd dat ik iets moet vinden en dit aan iedereen die iets vindt, moet melden. Ik vind van alles maar ik wil deze dag aan de slag met mijn eigen dingen. Ik wil even een dag doen alsof het meevalt. Ik loop de laatste passen naar mijn atelier en geniet intens na van dat kleine, leuke gesprek tussen die twee mensen. Wat een shit zullen zij de hele tijd over zich heen krijgen. Dat wisten we al, want dat was al zo, maar nu is het lot dat veel mensen hen toewensen van een kaliber dat in een ander spectrum ligt dan de lichtheid van het gesprek dat zij net voerden. Ik word er blij van. Van het gesprek. Het leven dat zij schetsen. De alledaagsheid van het leven. En ja, inderdaad, mede omdat het om een oudere, gesluierde vrouw ging, en een door het leven getekende Arabische man.