Eerste dag

1 januari 2015

Niemand laat op de eerste dag van een nieuw jaar zijn hoofd hangen. En is het wel het geval dan is de geknakte persoon die zich weer een nieuw jaar in heeft weten te slepen, onzichtbaar voor de feestvierders. Ik stond op met de gedachte dat mij slechts een voornemen rest: minder piekeren. Meer vraag ik niet van mezelf omdat jaar na jaar (na jaar) blijkt dat al mijn voornemens zinloos zijn. Traag doch gestaag verander ik toch wel geleidelijk dingen die me niet bevallen in het leven, en mijn complexe familiesituatie lijkt zich meer en meer in een positief levensveld te veranderen waarin de leden soms wel samen wandelen, en zonder problemen soms een tijdje niet. De beren op de weg zijn vriendelijker geworden, bijna aaibaar.

Eigenlijk wilde ik over iets eenvoudigers schrijven. Het loopje dat ik elke ochtend na het opstaan onderneem en nu ook op de eerste dag, een vaste route naar de woonkamer, gewoon om de gordijnen voor het raam naast de piano open te schuiven. De planten die bovenop de piano sinds jaar en dag een vaste stille groep vormen, mogen weer wat daglicht. De takken zijn inmiddels allen naar het licht toegegroeid, en van een zekere afstand vind ik de verlangende vergroeiing een prachtig gezicht.

Wat jammer dat een van de planten, het verst van het raam vandaan, mij op de eerste dag van het nieuwe jaar, dwingt tot een maatregel. Een afwijking. Het was me al eerder opgevallen dat twee later aangeplante loten van dezelfde stam om aandacht vroegen door steeds meer een ongezonde afwijking naar de andere kant van de rest te vertonen. Verklaringen zijn vaak simpel, er staat een lamp die in de avond aangaat. Veel licht geeft hij niet, maar kennelijk is het voldoende om in de plant verwarring te zaaien en voor verdeling te zorgen.

Laat ik de takken zitten, dan zal de rest van de plant het steeds moeilijker krijgen. Snijd ik ze weg dan levert dat glanzende blaadjes en een mogelijk ontspruiten van nieuw groen op aan de goede kant. Ik loop naar de keuken en pak een mes.