Beauty’s van bomen (in San Francisco)

14 juni 2013

In de bibliotheek gelegen op de top van Portrero Hill, vindt de jonge bibliothecaris het bomenboek, de titel is lekker simpel en laat er geen gras over groeien: The trees of San Francisco. Een boek volledig out of print, gedrukt in een kleine oplage. Het is geschreven door Mike Sullivan, New Yorker van origine die in 1983 een bezoek bracht aan SF en meteen verliefd werd op de stad. De flaptekst leidt dit proces van verliefd worden in met een opmerking over hoe de bomen hem daarna veroverden, een letterlijke vertaling van de zin ‘the trees captivated Sullivan’ en in zijn hele verdere betoog, een tekst geschreven in een lichtvoetig parlando als begeleiding bij de wat prozaïsch aandoende, bleke fotografische afbeeldingen van de desbetreffende bomen, draait het vaak om begrippen aanverwant aan liefde, in beslag genomen worden, gevangen zijn, bevrijd, veroveren. Vrij letterlijk gaat het dan over de bomen zelf die pas in de jaren zeventig hun entree deden. Niet op natuurlijke wijze, god nee, ze werden geïmporteerd en een van de eerste dingen die opvallen wanneer je de door bomen omlijste steile straten beloopt, is de absurde hoeveelheid soorten bomen. Het kan mijn gebrek aan boomkennis zijn, mijn nauwe of vernauwde Amsterdamse blik (want bomen zijn in ‘mijn stad’ toch redelijk beperkt en in een beperkt aantal soorten aanwezig, maar ik voel me behoorlijk overdonderd door de schoonheid en beschaamd niet te weten met welke naam ik deze beauty’s aanroepen moest. Vandaar de zoektocht, na een tip van mijn familie, naar dit boek.

Zoeken in een Tourist Guide, zoals ik het bomenboek voor het gemak even wil etiketteren, een gebruiksvoorwerp ontworpen om de tijdelijke omgeving iets beter te kunnen doorgronden, is een veelvoorkomende activiteit die niet zelden leidt tot teleurstelling en soms zelfs tot frustratie. Ik vind namelijk de smakelijk klinkende en uitziende Lemon Bottlebush, in het boek moet ik er voor de duidelijkheid meteen aan toevoegen, niet snel in de straat terug waar hij volgens mijnheer Sullivan te vinden zou moeten zijn, en keer ras op mijn schreden terug. De Bottlebush bloeit volgens het boek uitzinnig in de maand mei, vuurrode kegelvormige bloemen (ja, dat kan) zie ik op de foto, en de tekst maakt me duizelig van verlangen naar de talloze hummingbirds die door de geurige bloemen aangetrokken worden. Zou de boom nu het juni is zijn bloedend rode bloembladen reeds verloren zijn, en totaal uitgebloeid, incognito mij aan zijn schamele schaduw van wie hij kort te voren was, voorbij hebben doen gaan? Ik kan het me niet voorstellen. Ik heb een neus voor bomen zoals hij, weet ik mezelf wijs te maken.
Verder bladerend stuit ik op de boom die ik inderdaad kan zien vanuit mijn appartement, die ik zag zodra ik Portrero binnenreed, de Ficus, ook wel aangeduid met de naam Indian Fig Tree. Ik vertaal expres niet de namen, thank you very much. Over deze Ficus onder meer de opmerking in het boek dat me enorm voor deze boom doet innemen, zijn wortels zijn in staat het volledige trottoir op te lichten, en al is hij daarin zeker niet uniek of enig in zijn soort, de manier waarop Sullivan de Ficus in zijn eigenheimerige kracht een smoel geeft, spreekt zeer tot de verbeelding: ‘Until the late 1980s, ficus was probably the most planted tree… since no tree is better adapted to our urban conditions, …, and it grows vigorously almost anywhere in the city.’ 
Wie de winden heeft voelen waaien in deze stad, kan niets anders dan de kracht van deze teer uitziende boom beamen. En dan wijdt Sullivan uit over de verwoestende kracht van de boom, zijn wortels die ‘extremely invasive’ zijn, ‘causing sidewalks to buckle’, zoals ik zo-even al parafraseerde. De bladerpracht die het licht blokkeert, de felbegeerde en duurbetaalde sanfransiscaanse view, en dat tijdens een extreem koude winter (1990-1991) duizenden ficussen in slechts één nacht stierven. Daarna was de boom minder populair en werd hij zelden nog aangeplant.
Ik vind de verhalen rond de bomen om onverklaarbare redenen bijzonder aangrijpend; ze worden eerst impulsief, intuïtief of hoe je het dan ook wilt noemen, voor ons plezier en ter algemeen nut vanuit verre landen ingevlogen, maar je moet ze natuurlijk wel eronder houden, stel je voor dat ze de boel gaan overnemen en het leefklimaat against all odds weten te verzieken. Het volgende boek dat ik ga proberen te vinden, moet een verband leggen tussen bomenimport en immigratie. Beleid, belang, hoe een klein land als Nederland van een groot land als de US of bleeping A kan leren, of juist niet.

Voor meer informatie over Mike Sullivan en de bomen in San Francisco zie www.sftrees.com.