Bloggen over bloggen over bloggen

4 december 2013

Onlangs besteedde ik een hele dag uit mijn leven online. Ik had een speciale reden: op 2 december was het precies een jaar geleden dat ik begon met mijn eigen blog. Het voornemen was toen om thema’s die een rol speelden in mijn roman Witte vlag, en die in mijn eigen leven op dagelijks niveau voorkwamen in een beperkt aantal woorden samen te vatten. Ik zag en zie een blog als een logboek, wat het ook is van origine. Meer en meer is het een commercieel schrijfsel geworden, waarin een product centraal staat. Google je ‘blog’ dan kom je al snel op websites die je uitleggen hoe je met je blog geld kunt verdienen.

Mijn dag online was een uitzondering op de regel van mijn werkritme, en wie nu vol ongeloof van zijn bureaustoel afrolt, vraag ik streng om zichzelf op te rapen en verder te lezen, want het is echt waar, ik besteed het gros van mijn dagen in mijn atelier, of buiten in de openlucht, aan kleine klusjes in het onderwijs, onderzoek op locatie. Daar heb ik geen internet of ik wil het niet hebben. Ik heb echt vol verbazing elk heel uur met mijn handen naar mijn onderrug gegrepen en over mijn kloppend voorhoofd gestreken, afgelopen maandag. Want dit was toch anders ‘effe wat anders’ dan een hele dag achter een computerschermpje zitten, de vingers dansend over de toetsen.

Ik was me akelig bewust (of moet ik dit bijwoord (akelig) meteen verwijderen?) van de aanwezigheid van een ander met wie ik graag een zinnig gesprek wilde voeren over, ja, blogs in dit geval. Maar het ging natuurlijk om iets anders. Mij ging het om samen tot een soort definitie komen, om na te gaan of er meerwaarde zit in het fenomeen taal en internet, en communiceren op een virtuele zeepkist met als publiek veelal andere mensen die luisteren omdat zij zich dan verzekerd weten van een luisterbeurt als zij op de kist aan de beurt zijn.
Dat hele bloggen gaat om hoor en wederhoor en terwijl ik met dan weer deze, dan weer gene, als een razende Roeland probeerde om to the point te komen bedacht ik dat het fenomeen metacommunicatie nog nooit zo concreet was geweest voor me als deze dag.

Is het de moeite waard om thuis te blijven, online te zijn en een aantal halve uren te besteden aan getypte gesprekken (chats) met een aantal vrienden? Ik schrijf ‘besteden’ en besef dat het Engels waarin ik straks schrijf, nu al een voorschot neemt op wat ik doe in het Nederlands. Wie wil weten hoe de inhoud van dit blog in het Engels klinkt, wat ik onmogelijk als mijn moedertaal kan aanduiden gezien de imperfecte staat waarin de beheersing ervan verkeert, schakelt even over het blog dat hierboven staat. In het Engels, jawel. Beschouw dit blog dat je net gelezen hebt als de inleiding voor wat daar mogelijk gezegd zal worden.

(Aantal woorden 500, schrijftijd dertig minuten, leestijd rond drie minuten.)