Geen internet

12 februari 2014

De verhuizing van mijn huidige ateliergenote is in aantocht. Wennen aan mensen is iets wat je in de actuele wereld van de schone kunsten en misschien in het algemeen beter niet kunt doen. Je gaat ze zo missen… Maar het gemis van een werkende medemens op zich is er niet. Ik zeg het even anders: tijd om te wennen aan een mogelijk solo bemannen van mijn werkruimte is er eigenlijk niet. De volgende kandidaat heeft zich al aangediend. Lucky me.

We gaan geen internet nemen, zeg ik vrijwel meteen als hij binnenkomt om de ruimte nader te bekijken. Natuurlijk probeer ik het niet als een strenge mededeling te laten klinken. God forbid! Mijn toekomstige ateliergenoot is een hardcore internetter vakmatig gezien, maar hij stemt gretig in met mijn voorstel tot onthouding van virtuele communicatie onder werktijd. Dat kan thuis altijd nog.

Ik vind het een vermoeiende zaak, online moeten zijn. Soms is het gewoon leuk, of lachen, om iets heel knulligs aan de wereld mede te delen in de doodse stilte die hier meestal regeert. Met een duim op de ‘aaifoon’ een melding maken van wat je maakt, of maken wil, of een korte reactie op een nieuwsitempje geven. Het idee om ook nog op de grote computer van alles te kunnen opzoeken, openen, beantwoorden, downloaden en zo ga maar door, staat me vanaf het eerste moment dat ik hier mijn atelier houd niet aan.

Het is het (te) vaak geciteerde cruijffiaanse “ieder voordeel heb zijn nadeel”-voordeel van een keuze hebben, want sommige ateliers in dit pand zijn wel op deze manier met de buitenwereld verbonden en dan is het niet te doen werkelijk om te doen alsof je geen verbinding hebt met alles daarbuiten. Dan is het onmogelijk om weerstand te beiden aan de constante stroom van prikkels van de vrolijke virtuele buitenwacht.