Ham, daar gaat je mond van dicht

13 september 2013

Wie kent ze niet? Wim en Max. De biggetjes zijn postuum beroemd. Een kunstenaarscollectief wilde weten hoe het was om een tosti te maken, en ving dankzij veel media exposure de aandacht van een groot publiek. Wim! Max! We miss you, guys! Knor, knor. Arme kereltjes. Zo slim en lief en dan nog weet de mens dat niet op waarde te schatten. Naar de slachtbank met die twee, hatsikidee. Relativerend en gezellig lachend vertelde een van de kunstenaars op tv dat het haar verbaasde dat het ene varken passief bleef toen zijn makker de dodelijke injectie kreeg toegediend. Zij zelf zou zijn weggerend, of in de aanval zijn gegaan. Snelle televisie dicteert ook een gezond stuk verteerbare lichtheid. Maar uit het gefladder van de handen van het meisje concludeer ik dat ze nerveus was, en ergens ook niet goed wist wat er voor leuke mening van haar verwacht werd. Ik meen zelfs dat ze beweerde dat ze het passieve varken van instemming met het geheel verdacht, maar het is al een paar dagen geleden dat ik de uitzending gezien heb, en ik ben ook maar een mens met een beperkt geheugen. Ik herinner me nog wel hoe ik erbij zat, als een lui varken op de sofa, en hoe ik alles aanhoorde met een bord goed vegetarisch voer op schoot, en grote happen nam, hele grote, om de tranen in mijn keel rap weg te werken.

‘Ham, daar gaat je mond van dicht,’ zei mijn vader een keertje aan tafel. Hij was normaal gesproken niet zo van de grappen, en daardoor kan ik me deze zo goed herinneren. Hij schiet me nu zo spontaan te binnen. Ham! Volgens mij ontviel dit ouderwetse rijmpje aan mijn vaders lippen toen hij als enige van ons gezin op een vleesloos dieet gesteld werd, en mijn moeder uiteindelijk voor ons allemaal vegetarisch ging koken, wat niet heel uitzonderlijk was mid jaren zeventig toen de macrobiotiek en het vegetarisme een flinke bloei doormaakte. Het vlees vervangend voedsel was een stuk primitiever dan wat we nu voor de kiezen krijgen, ik herinner me de grote glazen potten met gewelde seitan brokken die als hompen onsmakelijk uitziende stukken van een onbekend wezen in een bruinige marinade dreven. Jaiks.

Na de televisie-uitzending over de Tostifabriek waar ik al veel over had gehoord omdat ik de mailing van Mediametic ontvang en dit project uitblonk door originaliteit (nee, dit is niet cynisch bedoeld), ben ik Wim en Max gaan googelen. Holy Cow. Meer mensen stellen belang in de zaak. Beelden van de slachting zijn in grote getale te bekijken, tot bewegend beeld aan toe. Ik leer van een interview met een dame die een stichting runt waar ze varkens van de varkensmoord weet te redden dat de namen afkortingen zijn van Willem-Alexander en, jawel, Maxima. Oeps. Een mannetje en een vrouwtje, beer en zeug. Maakt dit de zaak nog erger?
Ik weet heus wel hoe een varken geslacht wordt, en wanneer het beeld van het leegbloeden van Wim voorbijkomt, draai ik mijn hoofd er heus niet voor weg.

De dag waarop ik vegetariër werd, kan ik mij niet precies heugen. Dat de vleesloze fase bij ons thuis – waar mijn vader al ham zeggend onder leed – aan een zeker bewustzijn van wat wel of wat misschien liever niet te eten heeft bijgedragen, is zeker, versterkt door menige discussie en gebrek aan geld in de studentenhuizen waar ik woonde.
De Tostifabriek is een fantastisch initiatief, begrijp me niet verkeerd, ook al miste ik een conclusie die verder ging dan voedingskundige bewustwording, een algemene ecologische boodschap. Natuurlijk is het goed om eens te ervaren hoe het is om een tosti ‘from scratch’ te produceren en dit samen met een grote groep idealisten te doen, alleen was het voor mij nog feestelijker geweest als het vegetarisme ook onder de aandacht was gebracht. Maar goed, misschien heb ik deze info gemist. Ik was er immers niet bij, en heb het hele verhaal slechts van mediaal horen zeggen. En zien, niet te vergeten.