Kunstvriend

18 mei 2013

Niets is erger dan wanneer iemand die je vertrouwt je bedriegt. Nu kan ik meteen bekennen dat ik zelden of nooit door een echte vriend bedrogen ben. Ik kan de keren dat het gebeurd is op een hand tellen. Echt waar. Dat is het mooie van vriendschap. Het eerlijk zijn met elkaar of in ieder geval weten wat je samen onder eerlijk zijn verstaat, is juist de reden waarom je vrienden van elkaar bent, al hoeft het niet zo expliciet uitgesproken te zijn, of zelfs voelbaar. Het is het vage weten waardoor gemak ontstaat, de durf om af en toe eens flink te sparren en om het andere uiterste te doen: uithuilen. Gevoed door eerdere ervaringen, het verleden dat je met elkaar hebt opgebouwd, ontstaat er zo een scala aan emoties dat je met elkaar kunt delen, een reeks stappen die je samen kunt zetten, de beslissing die je na een avondlange discussie kunt nemen. Ik heb het over een specifiek soort vriendschap met mensen waarmee je een werkrelatie hebt. Mensen die je hebt leren kennen vanuit een groep van gelijkgestemden. Vanuit het kennen, het samenwerken, ontstond meer. Een van deze groepen is een waartoe ik behoor, de groep van mensen die probeert om als kunstenaar een carrière te maken. De struggelaars. De mensen die mooie dingen maken, spannende projecten doen, af en toe een werk verkopen, en in het gunstigste geval vertegenwoordigd worden door een galerie. De kunstwereld is een uitstekende arena om eerlijkheid en oprechtheid aan de praktijk getoetst te zien worden. Ik geloof dat dit politiek heet, anderen noemen het netwerken, sommigen idealiseren dit tot het smeermiddelbegrip samenwerken, en een andere vagerik heeft het over elkaar inspireren. Wie wat wil leren op het gebied van schaamteloos opportunisme moet eens naar een opening gaan van een tentoonstelling gaan in een willekeurige galerie. Niet alleen is de drank gratis, ook word je getrakteerd op een serie optredens van mensen die voortdurend bezig om voordeel te halen uit een zogenaamde vriendschap. Vrijwel iedereen die rondloopt wil iets van de ander. Nu is daar niets mis mee, maar vermoeiend is het wel. Het verkopen van een werk, het voorgesteld worden aan een curator, gebeurt overigens niet tijdens openingen. Dan is het zaak om het vooral gezellig te hebben met elkaar. Als vrienden onder elkaar het glas te heffen, wetend dat het om vriendschap gaat en niets anders. Het eventuele zakelijk aspect van de relatie, een onterechte verwachting tussen twee mensen die bevriend zijn met elkaar, wordt met elke slok veilig weggespoeld. Goddank hebben we daar een goede galerist voor, een zakenman die van wanten weet, en alles maar dan ook alles doet om de ontwikkeling van zijn kunstenaars te stimuleren, de kunstenaar binnen de correcte context met de juiste verzamelaar in contact te brengen, geprezen om zijn integriteit die hij knap weet te combineren met een goed gevoel voor timing, want tja, een relatie met een galerist is ook vaak begonnen met een vriendschap, die uitgroeide tot een gezonde, zakelijke relatie. Maar je weet wat ze zeggen: zet de voorwaarden van je relatie met een galerist op papier, want een vriendschap met een zakenman is zonder contract geen mallemoer waard.