Meteen
18 juli 2019De dag begint en meteen hoor ik mijn vingers en mijn vingers horen mij. Dat weet ik. Geen bewijs nodig. Het eelt op de toppen is ontstaan door te schrijven (typen) en cello te spelen. Nu moet ik meteen eerlijk bekennen dat ik niet typ zoals het hoort. Alle vingers gebruiken in een kwikzilverig, klaterend, tikkend perpetuum mobile is mijn ideaal. Maar ik gebruik er slechts twee. Meteen denk ik, ja, waarom heb ik destijds niet de kans gegrepen om een typecursus te volgen?
Leren typen.
In Tilburg, om de hoek van het studentenhuis aan de Hoefstraat waar ik toen woonde – en deze ’toen’ moet meteen worden vervangen door een directe aanduiding van de tijd, te weten 1981 – 1989 – vond ik op een dag een keurig getypt briefje in de bus van het Scheidegger Instituut. Of ik al kon typen. Ik vatte het briefje persoonlijk op. (En achteraf denk ik, ja, zo moet je jezelf verkopen. Door het persoonlijk te maken…) Ik wist dat dit een noodzaak was. Om te leren typen. Maar ik deed het niet, er was zoveel belangrijkers te leren. Cello spelen. Nu, vandaag de dag, kan ik nog steeds niet op de officiele manier typen, maar schrijf ik best snel met mijn twee wijsvingers.
Het eerste wat er elke dag moet gebeuren is, heel lelijk gezegd, mijn personages vangen. Ik ben een end (eind) met ze op streek maar toch. Misschien is vangen niet het juiste woord. Uitdiepen klinkt alsof ik een roman schrijf over drie sloten. Of meren. Meteen denk ik Emants en zijn ‘koele meeren’. De depressie van zijn hoofdpersoon. De dag bewust beginnen, zodra ik de stilte van de studio betreed en in mijn handen wrijf van genoegen omdat het eindelijk echt stil is hier dankzij de zomervakantie.
Verleidingen
Elke ochtend dienen de verleidingen zich aan, door de mobiele telefoon met ‘ons’ nieuws, vanwege de druk om online zichtbaar te blijven, en de tijd die het kost om constant berichten te produceren, maar beroepsmatig schijnt het nuttig te zijn, alleen heb ik gisteren het tegendeel bewezen gekregen door de verkoopcijfers van De kuur van het afgelopen jaar op te vragen.
Gewoon, om te zien of mensen inderdaad door mijn leuke tweets of originele meningen (ja, die van mij) denken, hey, ik ga De kuur lezen. Nou, nee dus. Het aantal is zelfs zo minimaal dat ik het niet eens hier durf te melden. Toch heb ik er veel aan gehad, die cijfertjes, bedoel ik. Nu is mijn online gedrag, vooral op Twitter, weer helemaal op ontspanning gericht, een beetje lol trappen met virtuele mensen zonder lichamen, figuren die alleen uit taal bestaan, en met hun siri-achtige digitale stemmen reageren op jouw grapjes en liefdevol met je meedenken als je weer zo nodig je duurzame meningen moet ventileren.
Direct-zijn
Of ik ben superdirect, een advies die ik ooit kreeg van een muzikant met een band: zeg gewoon tegen mensen dat ze je boek moeten kopen! In de muziekwereld is dat de normaalste zaak van de wereld, dus waarom niet als je schrijft? Goed, doe ik het meteen, bij deze dan!
Koop De Kuur!