Rennen schrijven

2 juni 2019

Ik ga vroeg rennen. Het gaat warm worden vandaag. Ik ga vroeg rennen, echt vroeg en het is al tweeëntwintig graden. Ik ren in een korte broek. Ik heb witte benen. Nu ik de binnenzolen uit mijn hardloopschoenen heb gesloopt, rent het een stuk lekkerder. Meer ruimte.

Rennen schrijven.

Tijdens het rennen denk ik vaak aan schrijven. Of ik denk aan een gedachte die ik had tijdens het wakker worden. Ik denk nu aan de kop van een artikel in De Groene, of was het De Volkskrant? Zo schijnt Hanna Bervoets de enige experimentele schrijver te zijn die we hebben. Zegt de kop. Dat wil ik zeker lezen. Dat artikel. En haar werk. Ik kan haar werk nauwelijks. Dat is gek.

Rennen schrijven.

Ik ben niet zo’n schrijver die prat gaat op het niet lezen van het werk van anderen. Integendeel. Ik lees vrij veel. Ik zal niet snel zeggen wat ik echt vind van het werk van andere schrijvers. Ik ben geen recensent. Ik weet nauwelijks wat ik van mijn eigen schrijven vind. Ik doe mijn stinkende best om er het beste van te maken. Nu ik gerend heb, kan ik des te beter schrijven.