Tous-les-deux

21 januari 2016

De rol van de twee broers aan het begin van de roman De toverberg (Thomas Mann, 1924) is ambigu. De kenners van dit verhaal zal het beeld van de moeder van de twee ongelukkigen misschien zijn bijgebleven. Haar treffende bijnaam: Tous-les-deux, naar de enige woorden die ze nog weet uit te brengen, overmand door verdriet omdat haar tweede zoon, slechts op bezoek, in navolging van de eerste sterft, en ze zowel op aantal als logistiek van de doden niet was voorbereid. Ik neem me voor op zoek te gaan naar een Franse vertaling van De toverberg, omdat ik benieuwd ben hoe er met het elegante ‘Tous-les-deux’ als contrast met de rest van de tekst wordt omgesprongen. Wordt vervolgd.

Zojuist sprak ik indirect de hoop uit dat er iemand is (onder de lezers van dit blog) die de rouwende moeder voor zich ziet bij het horen van de naam (Tous-les-deux). Maar ik vrees het tegendeel gezien het toenemend aantal mensen dat mij bekent ‘Het Boek’ niet gelezen te hebben. Lazen ze het onverhoopt wel, dan slechts een deel. Op school. Omdat het moest. Nu valt natuurlijk meteen op te merken dat dikke boeken over zichzelf afroepen dat de lezer ‘het niet redt’ om door te lezen tot aan het einde. Vergelijk een dik (complex) boek maar met een berg, loop als leek fluks de paden op, totdat wandelschoen om ijzers vraagt et cetera. Geen excuus van mijn kant, meer een verklaring.

Tous-les-deux betekent in het Frans allebei, de bijnaam van een moeder dat de aanvankelijk aan- maar de uiteindelijke afwezigheid van een duo impliceert. De naam doet denken aan twee jonge zangers, tweelingen, zwartharig en bebaard, door een beroemde televisieprogramma ontdekt, talentvol (zeg je dan), de naam minder passend bij hun looks al beklijft deze meteen: Tangerine. (Toch was Tous-les-deux passender geweest. Kan nog steeds natuurlijk, al moet je als artiestenkoppel wel beseffen wat je over jezelf afroept.)

Wie zich afvraagt of de twee stervende broers rondstrompelen op de duizend pagina’s dat het boek telt, moet ik meteen teleurstellen/geruststellen (ja, kies maar) want vrijwel aan het begin van het verhaal laat ras verteller Mann de moeder van de twee (van Tous-les-deux, niet van Tangerine) het pad kruisen met de protagonist wanneer hij door zijn neef, die al een tijdje ‘daarboven’ is, op sleeptouw wordt genomen; de ene anekdote na de andere rijgt de minuten van de eerste kennismaking aaneen. Maar de moeder, die meteen als een onooglijk, zuidelijk type wordt neergezet, is naar mijn mening Mann’s onmiddellijke referentie aan een wenende Maria, aan iets wat zich meer onderhuids afspeelt, misschien een anti-Maria, gehint aan de goede verstaander, namelijk dat er meer zoons moeten sterven wil je van een waarachtige ‘maternité sacrale’ kunnen spreken. Enfin, de twee zoons zijn nog maar net door de verteller ten tonele gebracht of ze worden subtiel afgeslacht, doordat eerst de een, dan de ander meteen na aankomst op de berg doodziek wordt en sterft.