Wind, van de regen in de drup.

10 maart 2019

‘De wind in de rug hebben.’
‘Weertje, hè?’
‘Van de regen in de drup.’
‘Waar de wind waait, waait zijn jasje.’
‘Twee emmertjes water halen.’
‘Na regen komt zonneschijn.’

De kinderen schreven alsof hun leven er van afhing. Strafregels hoefde niet, als ze maar schreven. Tijdens de pauze was iemand de kraan van de wasbak in de toiletten vergeten dicht te draaien. De school stond blank toen ze terugkwamen van de klimaatmars.

Wie wind zaait, zal storm oogsten.