Lezen in het felste licht
10 oktober 2017Op donderdagavond 5 oktober scheen een volle maan op de Culture Club van We Are Public in De School
Schrijven is lezen, steeds vaker mag ik voorlezen. Denk aan een kamertje in een groot schoolgebouw in Amsterdam West dat op een dag gekraakt werd door kunstenaars en jonge creatieven en door de creatieve liefde van de creatieve types voor de creatieve liefde uitgroeide tot een bekende culturele hotspot. Noem het broedplaats. Broeinest. Straks gaat het mis, vrees ik. Succesvolle ontginningsprojecten worden hippe trekpleisters en doen geile projectontwikkelaars likkebaardend in hun handen wrijven. Voor je het weet, staat de hoogwerker klaar, een zwiepende sloopkogel in de aanslag.
We Are Public is een organisatie die een culturele agenda selecteert en abonnementen aanbiedt zodat het betaalbaar wordt voor iedereen. Ik maak nu geen sluikreclame hoor maar opvallend druk was het wel die avond. Drommen mensen die op de gevarieerde festival-achtige avond afkwamen, een mix van klassieke muziek, beeldende kunst, theater, dans en literatuur.
Het literaire programma heette De Nachtwinkel en ik mocht voorlezen uit De kuur, en daarna gingen twee jonge schrijvers, Jan van Tienen en Basje Boer, speels en geestig met elkaar in gesprek over de nieuwe boeken die ze wilden maken. Samen met hun redacteuren. Het L-woord lezen viel vaak, in combinatie met andere woordjes: meelezen, overlezen, voorlezen, inlezen. Schrijven en lezen ging over het eigen leven. De kamer was genoeglijk opgepimpt met oriëntaalse vloerkleden, een plant in een pot strekte verliefd zijn bladen uit naar een staande leeslamp waar iemand van de organisatie de felste lichtpeer ooit in had gedraaid.
Lezen. Het was tjokvol, alle stoelen bezet, men zat op de grond, tegen de wanden werd kalm geleund, en ik las een heel hoofdstuk achter elkaar door. Tien minuten, ja. Het was stil, de jonge mensen die naar De Nachtwinkel kwamen oogden serieus, ik las voor aan opgeheven gezichten.
In de verte hoorde je een saxofoon.