Eerste ding op de eerste dag

3 januari 2018

Eerst… Zullen we uit wandelen gaan, vroeg mijn man. Het klonk als een bijzonder voorstel van wat we samen buiten zouden doen. Het eerste ding op de eerste dag van het jaar. Maar dat doet iedereen, zei ik verbaasd. We zullen zien, zei hij. Hij was niet onder de indruk. En wat dan nog?

We gingen. Natuurlijk. Hij kwam me ophalen bij mijn atelier, mijn werkplek, mijn toevluchtsoord, mijn tweede waterhoofd. Als het even kan, ben ik daar, iedere ochtend weer. Vanaf ons huis is het een klein stukje lopen. Een luttele duizend stappen langs de kunstmatige oevers van de Westlandsgracht. Voorbij de witte ganzen die tien-gans-sterk solidair op het zwarte water dobberen. Vaak drijven ze loodrecht achter elkaar op één lijn.

De eerste dag, ach…

Hij was de ganzen gepasseerd, vertelde mijn man buiten adem toen ik naar buiten kwam en mijn arm meteen gezellig in de zijne haakte, en eentje was uit het water gekomen. Het was vreemd en een lichte paniek dreigde zich meester van hem te maken. Meen je dat nou, vroeg ik. Ben jij bang van een onnozel gansje? Dat had je me eerder mogen vertellen. Nou, zei hij snel, jij bent toch een keer als kind door een gans opgejaagd? Hij wilde je bijten, vertelde je me toen we elkaar net hadden leren kennen, maar je was hem te snel af.

Net als jij, bedoel je.

Ja, net als ik.