Gastblog over De kuur en zijn personages

30 oktober 2017

Voor de vijfde keer schrijft Guus de Bakker, voormalig docent Nederlands, over mijn tweede roman De kuur.

‘Gestalten van papier en drukinkt, ofwel de personages

Een wereld is iedere roman en altijd lijkt die wereld min of meer op die van ons. Hoe krijgen personages gestalte in die “wereld in woorden”? Door hun gedachten, uitspraken, hun reacties op anderen, hun daden, houding, kledij, kapsel, door de vorm van hun gezicht, de wijze waarop ze zich bewegen. In hun wereld is onze lezerskijk op hen van belang, het perspectief, de vertelinstantie; daar schreef ik al over in de derde gastblog en het laatste woord is daar nog niet over gezegd. Een waarneming in een verhaal is persoonsgebonden; dus als, om een voorbeeld te geven, het vertelperspectief in een personage met uitgesproken sym- en antipathieën ligt, moet de lezer op zijn hoede zijn; mutatis mutandis geldt dat ook voor het personage dat van iedere mug een olifant maakt of voor een persoon die voortdurend aan alles twijfelt of ziekelijk nieuwsgierig is, wantrouwig, krankzinnig, enzovoorts.

Op bladzijde 32 leren we Gabriel Altman kennen, Yves’ oudste zoon, ook wel Brie. “Mijnheer de risicoanalist,” zegt vader tegen de zoon. Die laatste rijdt mee in de Lexus van vader; de audioversie van De Toverberg staat op, zo niet – Brie weet dat onderhand wel – een CD met klassiek en jazz uit de jaren twintig van de vorige eeuw. Lang niet onzeker dat Hans Castorp daar nog naar geluisterd had.
“Je bent obsessed, papa.”
Enkele weken eerder vergezelde Gabriel Yves ook al. “Een tof logo,” had hij gezegd, een witte ‘S’ in een blauwe wolk. De S van Schatzalp, veronderstelde hij, die toverberg zie je overal opdoemen.
“Zit je je oude vader uit te lachen?”
Een gedachte van Yves: “Brie zegt alles wat in hem opkomt. De lobbes.”

Andere scène: speels grommend opende Brie het handschoenenvakje: “Waar heb je je snacks verstopt?” Brie is een smulpaap. Zijn vrouw Minette is ook een lekkerbek. Zij is zwanger. “Leuk hoor,” zegt Brie, “een baby. Dikkertje erbij. Heerlijk.” Kleine passage die met twee citaten uit De Toverberg wordt afgesloten. De lezer van dit fragment leert Yves kennen door uitspraken van Gabriel. Met de zoon maken we vooral kennis door zijn gedrag en door wat hij over zichzelf en zijn vrouw vertelt.

Een hoofdstuk dat zich voortreffelijk leent om de voornaamste personages van De kuur te leren kennen, is ‘De Altmantafel,’ papa’s literatuurles. Zondagmiddag, het is tijd voor het wekelijkse Toverbergdiner waaraan geen van de ‘Altmannen’ zich kan onttrekken. “Een week voor ze (de kinderen) afreizen,” denkt Yves; hij is “ochtendmoe,” was de avond tevoren bij Barbara gebleven, en “tijdens het vrijen gebeurde een stommiteit.” Later kwam er gekoelde wijn en “ze waren ont-zet-tend dronken geworden (…) Hoe hij heelhuids was thuisgekomen, geen idee.”

Over Billy schreef ik al in gastblog 3, in het verloop van het boek groeit zij uit tot de belangrijkste persoon, is mijn indruk. In hoofdstuk ‘De Altmantafel’ staat zij van meet af aan in het volle licht. Onbeweeglijk, als het beeld van een godin; de tijd die hierna verteld wordt, ligt stil.
“Billy stond in de tuin en droeg een hoed.” (blz. 71) Vervolgens bevindt het perspectief zich in Yves, ik stip enkele fragmenten aan: afleiding door de vele pluisjes die door de kamer zweefden, die er in het vertellen mijns inziens aan meewerken de tijd te vertragen, herinneringen aan een bekende kreet van Billy, aan wat Jort Kelder in Quote over de familie Altman geschreven had, aan de zondagen bij Yves’ vader en moeder, een observatie van de glazen, de kristallen waterkaraffen, zoon Kick als tafeldienaar, “drommels gedoe op kantoor”, herinnering aan het gesprek over het Toverbergplan met tweede zoon Jean… Pas op blz. 79 lijk het vertragingsproces ten einde: “Hij (Yves) keek naar buiten. Staarde. De hoed die Billy droeg, kwam hem bekend voor.”
Maar daarna begint het retarderen opnieuw: veel overpeinzingen, tot op bladzijde 85 Billy zich lijkt los te maken van het tuindecor: “Daar kwam Billy. Haar hoofd achter de bloemen gedoken, ze hield omhoog wat de tuinman voor haar afsneed.” Als een actrice die, gevangen in een cirkel van licht, een trap afdaalt om alle aandacht van het publiek op te eisen. Vrijgevochten Billy, brutale Billy, grillige Billy, wervelwind, en net als broer Kick “nooit een blad voor de mond.”

De volgende keer nog meer over personages.

Het begrip ‘een wereld van woorden’ ontleent Guus aan literatuurwetenschapper Sam Dresden