Vuurwerk

1 januari 2014

Waarin zou nu precies de sensatie van vuurwerk zitten? Gaat het om de knallen, de geur van het vuur, de lichten die ontstaan en groter worden, groter? De pijl die opstijgt? Dat het eerst nog een lullig dingetje was in een lege glazen fles, dat na ontsteking rap uitgroeit tot een krachtsymbool van formaat. De duur van het verblijden is kort.

Bam!

Gelukkig voor bangerikken zoals ik is het weer voorbij, al zien de straten voorlopig nog wel even rood.

Een vriendin die me een anti-vuurwerk petitie stuurde, maakte jaren terug een kleine persoonlijke ramp mee toen ze na een leuk oudjaarsavondfeest de weg naar huis wilde lopen, en te laat de jongens zag die met een pijl aan het klooien waren.

Bam! (Ze is inmiddels weer helemaal oké, al is binnenblijven beter dan even naar een buur buiten om een gelukkig nieuwjaar te wensen.)

Zelf maakte ik mee, en dat is denk ik rond 1995, dat ik met vrienden en overgevlogen familieleden in de Kinkerbuurt naar het vuurwerk gingen kijken, en een verdwaalde vuurpijl de kraag van mijn jas vond. Een deel van mijn lange haren schroeide in no time weg. Het was een behoorlijk angstige ervaring. De pijlen kwamen uit een portiek waar een stel jongens zich ophielden die volgens omstanders min of meer bewust maar ook niet helemaal expres, hun pijlen op de overkant richtten. Op ons dus.

Bam!

Ik vermoed dat u als lezer zich afvraagt hoe erg dit is vergeleken met de vuurwerkramp in Enschede. Of de jongen die zijn hand is kwijtgeraakt. De man die overleed omdat hij een vuurpijl in zijn gezicht kreeg. De brandweerlieden die vuurwerk naar zich toegeworpen krijgen, om het even vriendelijk te zeggen. Dat is pas erg.

Maar alles is erg aan het afsteken van vuurwerk waarbij je de veiligheid van een ander in gevaar brengt. Het is een vorm van geweldpleging waarvan de gevolgen ieder jaar erger lijken te worden.
Laatst hoorde ik iemand zeggen dat ‘we’ in Nederland een oorlog nodig hebben. Onzin. We hebben geen nieuwe oorlog nodig. Ieder jaar zitten we er, hoe kort ook, even middenin.