Winterwandeling

23 december 2019

De regen valt uit de lucht in grazieuze stralen, nevelig spel tussen zon en wolken, de winterwandeling kent in kou en andere fijne elementen trouwe metgezellen.

Solo loop ik op koude benen, over een onduidelijk zandpad dat zich plichtsgetrouw tussen oude, kromme zwanenboompjes beweegt.

Een drasssig weiland buiten Kleve, kind van het lage Rijnland zucht onder de woede van de regen, striemend vallend uit de lucht, koude, rechte waterstralen, door windvlagen uit het lood geslagen.

Gelukkig, daar is de zon.

Een regenboog heeft meer dan zeven kleuren, je zou er de kleurenleer van Goethe op na kunnen lezen.

Ik probeer te zien waar de boog precies begint, een tijdelijke verschijning, iets kinderlijks dringt mijn denken binnen, sneller loop ik, een regenpoel doorwadend.

Daar is het begin van de boog, denk ik.

Het lijkt er op dat hij tussen een ferme boerderij en een onooglijk schuurtje, in zijn magische, doorluchtige kleurenspectrum-achtigheid direct van de grond opstijgt, een armzwaai in de lucht tekent wazig een bestemming.

Ik ben niet alleen in beeld.

Een man loopt aan, voorovergebogen, naast hem rent een zwarte hond, de donder, regenboog blijft, zon schijnt, vragende regen valt, de lucht is nu zwanger van kleuren en licht, van vocht en vragen, van geluk, nabijheidsdrang, een gouden gevoel van eenzaamheid.