Gastblogger Guus de Bakker over De kuur (2)
7 augustus 2017Voor de tweede keer neemt voormalig docent Nederlands Guus de Bakker ons mee op een close-reading avontuur van De kuur.
Naast de zetspiegel
‘De kuur. In de marge verschijnt een patroon van streepjes, uitroep- en vraagtekens.
Terug naar mijn lespraktijk, wat doet/deed een leraar? Bood ik een blik achter de schermen? Soms misschien, maar om allerlei weetjes gaat het bij lezen niet in de eerste plaats. De Franse schrijver Daniel Pennac heeft over het ritueel van het voorlezen geschreven: alsjeblieft: lees je leerlingen zorgvuldig geselecteerde fragmenten voor, maak ze nieuwsgierig, bestook ze vervolgens met uitdagende vragen. Stel op basis van wat de leerlingen in jouw lezing gehoord hebben, samen met hen karakteristieken van de personages op. Portretten van de geest.
Wat kunnen we zeggen van Yves? Niet alleen dat hij directeur van RAI Amsterdam is en opdringerige telefoontjes van zijn eerste ex krijgt; na een aantal bladzijden weet je dat hij iemand is die met bravoure “op volle kracht” ergens ingaat, ook wel een amusant type, hij is trots, pathetiek is hem niet vreemd.
Wat, op basis van die eerste pagina’s, denken we van Vera, Yves’ eerste echtgenote? Als het boek begint, is ze net aan het verhuizen naar Rotterdam. Yves, onrustig door de op zijn mobiel ingesproken vragen, zoekt haar op. Vera heeft een hoge baan bij de EU, ze maakt indruk, mensen uit het vak willen haar wel nomineren voor European Business Woman of the Year. Is ze diplomatiek? Zonder twijfel onder diplomaten, maar als het gaat om Yves en met name één van de kinderen, Kick, die overigens niet háár zoon is, lijkt ze vooral verbeten, achterdochtig.Bij het verhuizen heeft ze een cassettebandje gevonden, fragmenten uit een spreekbeurt van Kick, zeven jaar geleden. Over De Toverberg. Het dringt tot Yves door: “Wat een taal! Niet van deze tijd. Had zijn kind dit gezegd?” Die spreekbeurt had tot een oproer op school geleid.
“Is het waar, Yves, dat de kinderen in Davos je nieuwe vriendin zullen ontmoeten?” vraagt Vera.
Ik onderbreek de les, laat het omslag zien. Onder de titel staan de woorden “roman” en “Querido”, eerst het genre, daarna de uitgever. Roman: een precair onderwerp, we moeten er even over spreken. Al zo’n vijftig jaar verkeert de roman in de lappenmand; nu vallen we daar niet meteen van achterover want sinds de jaren zestig van de vorige eeuw moet van-alles-en-nog-wat het bed houden of is al overleden: een Engelse bisschop verklaarde God dood – Nietzsche overigens eerder – gelukkig is inmiddels ook de duivel kassiewijle. En daar blijft het niet bij: het klassiek toneel en de kunst zouden hondsberoerd zijn, idealisme is dood als een pier, de reclame is de pijp uit, marketing, ga maar door, zelfs het vlees van de slager ligt onder de zoden (lange leve de groente).
Al weer een jaar of vier geleden vond Oek de Jong het genre roman ziek, zwak en misselijk; ik heb het betreffende artikel opgezocht. “De roman is zijn plaats in het centrum van de cultuur aan het verliezen.” “Maar” schrijft De Jong: “ik laat me nog steeds inspireren door grote schrijvers uit de negentiende en twintigste eeuw.” Onder anderen noemt hij Stendhal, Tolstoj, Proust en Joyce. “Ik geloof nog steeds in hun definitie van het schrijverschap: innerlijke noodzaak, een persoonlijke stijl, een persoonlijke visie en het werk dat principieel niet-commercieel is.”
Voor de schrijfster van De kuur, in ieder geval voor de hoofdfiguur van deze roman is Thomas Mann de superster – met opzet kies ik een woord uit het tienerjargon. Literatuurtheoretici zeggen het min of meer zo: “Wij schrijven en lezen in een culturele, maatschappelijke en literaire traditie, die in teksten is neergelegd. Iedere tekst staat onder invloed van vroegere teksten.” (Jan van Luxemburg e.a.: Over literatuur.) Wie De kuur leest, kan er niet omheen geregeld achterom te kijken. De toverberg, maar ook de biografie van Mann. We nemen ons voor dat te doen.
Een belangrijk aandachtspunt in het artikel van Oek de Jong is de stijl: “onverminderd een selling point van de roman en een uiterst krachtig middel voor de literaire auteur om zich te onderscheiden van andere soorten schrijvers. De kracht van elke literaire roman (…) berust op de kracht van zijn stijl.” Bij het lezen van De kuur is het aan te bevelen om zorgvuldig te letten op de stijl. En dat is het huiswerk, jongens en meisjes. Volgende keer verder.’
Guus de Bakker
NRC, maart 2013: Peil het menselijk leven steeds dieper, Oek de Jong.