Hallo
Over hallo in het Litouws en snoepjes in supermarkten.
Over hallo in het Litouws en snoepjes in supermarkten.
Over Litouwen, identiteit, een land bezoeken dichtbij de oorlog.
Of ik over locatie wil nadenken en iets wil delen? De journaliste wil een leuk stuk over me schrijven in het Schrijvers Magazine.
Over ergens tijdelijk zijn en niet meer weg willen. Parijs dit keer, ja.
In Parijs de hele maand september op locatie-onderzoek voor roman nummer drie: Lalalanding.
Geplaagd door personages...
In de trein op de terugweg van een reis naar Berlijn passeren we een typisch Duitsig bouwsel op een rots op een hoge heuvel.
Met de trein vertrokken we na een wonderschone week in Berlijn. Uitgezwaaid door de moeder van mijn man, met Duitse Kuchen in onze magen, de middag was nog jong. Buiten was de wind weer opgestoken.
Elke vrijdag post ik een blog over vliegen, dit is de tweede aflevering. De vorm wisselt, de teksten zijn een soort onderzoek voor mijn derde roman Lalalanding.
Ik zou van een menhir kunnen houden als van een mens, zeg ik tegen mijn man. Dat weet je. Hij knikt. Ooit legden we in Drenthe precies tegelijk onze handen op een hunebed. Zoals twee ouders die hun kind een welterusten wensen. Wende in Wéris.
Op weg naar de studio kom ik andere vroege vogels tegen. Nu het weer zo wisselt, kun je aan de kledingkeuze van de mensen het karakter aflezen.
Sapristi het was snikheet! Dit blog gaat over sneeuw en fictie, schrijven over het weer en een wandeling in de bergen.
Naast het uitvoeren van terugkerende gebaren, waardeer ik het moeten ondernemen van een vaste route. Lijkt de verplichting in het begin onprettig, op een gegeven moment daalt het begrip in dat de herhaling een wonderbaarlijke welzijnsbevorderende uitwerking heeft. Ik bedoel niet de sleur van de spits; puur mijn frequente gang van Amsterdam naar Den Haag, gedurende een periode van een aantal maanden.
Toen we gingen lopen en de weilanden rondom ons vriendelijk onder de ijle mist van hun leegte getuigden, greep het vlakke land me gewoonweg aan.
Bij de brief een kleine instructie om het werk een dag lang in de hotelkamer op te hangen. Ik deed het, echter even, zag namelijk dat de grote vellen geniet zich meer leenden voor een rustige contemplatie van mijn kant en vertrouw aan de lezer van dit blog beelden toe van een haasje aan de voeten van een grote man, terwijl ik met mijn rugzak op de bergen introk voor een wandeling in de ijlste lucht waar je adem van gaat stokken.
Ik was bekaf van het wand’len, en had net als de andere gasten in de andere kamers mijn bergschoenen op de rubberen bergschoenmat gelegd, buiten mijn hotelkamer, op de gang.
In de auto op de achterbank koesterde ik nooit de droom dat ik later zelf zou rijden.
In Zwitserland heb ik al een tijd interesse, mag ik zeggen heel mijn leven?
De zondag zingt van zon en dat de dag nog jong is. Ik zit in de trein en bedenk nog niet dat het met de auto prettiger geweest was.
Het slaapkamerraam zetten we open. De warmte in de kamer zal weldra verdwijnen.