Amerikaan
Amerikaanse verkiezingen
Amerikaanse verkiezingen
over spullen weggeven die je dubbel hebt
vogels
momenten in de regen
mijn eerste tuin vol voorjaarstekens hier imbolc vieren de eerste scheuten was een droom moet je nu eens kijken
hallo daar nieuwjaarsdag
ontmoetingen met mensen in mijn nieuwe dorp Loenen aan de Vecht
mist hangt verliefd om de struiken in de tuin ik hoef nergens heen vandaag werk ik thuis loenen aan de vecht
ik droeg een pet en de ganzen staken over, boze automensen in een lange rij
vrijdag
mist is onhandig in het verkeer maar mooi als je wandelt
ik zit in de ruimte die ontstaan is door de stilte ik zit in de ruimte die ontstaan is door de stilte ik zit in de ruimte die ontstaan is door de stilte ik zit in de ruimte die ontstaan is door de stilte
ik stel me een balkonscène voor
Over discriminatie, slechtbedoelde grappen, en de openbare ruimte.
Over het verliezen en weer terugvinden van een foto negatief.
Ik loop achter een man met een maatstok in zijn kontzak.
Stel dat het oude vadertje de Corona Crisis had meegemaakt...
Een kleine observatie van spelende buurkinderen op 1 april.
In maart schrijf ik in Parijs aan mijn derde roman Lalalanding.
Bergop wandelen, beetje klimmen, kuiten spannen, buiten adem.
Over een winterwandeling in het land rond Kleve, een armzwaai in de lucht tekent wazig een bestemming.
De storm heet Dennis, het tasje Gucci. Een blogje over namen.
Dragen we stipjesjurken als een symbool van het einde van de zomer?
Over 'echt' en wat 'onecht' is, kan ik hele boeken schrijven. Ik doe het niet. Nog niet. Ik wil meer (kilo)meters hebben staan op mijn schrijversteller.
Tijdens het rennen denk ik vaak aan schrijven. Ik denk aan een gedachte die ik had tijdens het wakker worden.
Het was vroeg in de ochtend en op weg naar mijn werk begon de wind op te steken.
Water is een element waar we ongelofelijk veel gebruik van maken, last van hebben, verlangens op projecteren wanneer we heilig wensen dat het vriezen gaat, zo hard, dat de tocht der tochten gereden kan worden.
Over storm en gedrang gesproken; dit was het weekend van de protestmarsen in Amsterdam. Zaterdag de internationale vrouwenmars, en gisteren de klimaatversie.
Elke vrijdag blog ik over vliegen in aanloop naar de schrijffase van mijn derde roman Lalalanding dat in 2020 verschijnt bij uitgeverij Querido.
Vanochtend las ik het nieuws: de #vliegtax zal verhoogd worden naar zeven euro. Daarna volgde een heel verhaal over de juridische sluizen waar zo'n voorstel door moet, de partijen die zich moeten uitspreken, internationale maatregelen die genomen moeten worden. Om kort te zijn: in 2021 gaan we sowieso meer vliegtax betalen.
Niets is zo erg als een sucker zijn voor stilte, vooral in de ochtend. Dat moment waarop de vliegtuigen nog niet overvliegen. Dat moment waar iedereen nog in bed ligt.
Overal is water en uit de lucht die ik vroeger hemel noemde valt flink wat. Ik loop naar mijn studio. Lekker vroeg, het alarm op mijn mobiel hoor ik zoemen in mijn tas.
Om de bloedmaan goed te kunnen zien, fietsten we sneller dan het licht. 'We moeten weg. Over een paar minuten komt de maan op in het zuidoosten.'
Over wakker worden, opstaan, de geluiden horen van je lief, de voordelen van de vroegere telefoon.
Overal liggen keuteltjes aan de rand van het bospad. Een klein dier heeft zijn sporen in de natuur achtergelaten.
Ik zou van een menhir kunnen houden als van een mens, zeg ik tegen mijn man. Dat weet je. Hij knikt. Ooit legden we in Drenthe precies tegelijk onze handen op een hunebed. Zoals twee ouders die hun kind een welterusten wensen. Wende in Wéris.
Eeuwige slaap, zou het bestaan? Ik staar naar de opgerolde blaadjes van een fijne groep groene varens rondom een grafsteen. Begraafplaats Huis te Vraag is een oase. Ergens in Amsterdam Zuid ligt de geheimzinnige plek verscholen achter een hoog hek. Een sloot omringt deze monumentale ode aan de natuur. Je moet het kennen om er te kunnen komen. Via via.
Opruimen en vegen, schoonmaken en stof verzamelen. Ik kijk me om heen, de studio is nog stil, het zonlicht is op dit tijdstip (09:26) nog nauwelijks binnen. Het wordt weer een warme dag.
Gisteravond heb ik tot laat in de roman De weergekeerde bloem van Wessel te Gussinklo zitten lezen. In de woonkamer hing een wolkje, klein, wit, ik had er geen ruimte voor. To be honest. Klaar nu, zei ik op een gegeven moment. Het ding loste langzaam op, een kaars ontbrandde.
In de supermarkt riep het meisje achter de kassa iets over zomertijd naar het meisje bij de bloemen.
Ik meen me te herinneren dat het die dag sneeuwde, op het schoolplein hoorde je het knerpen van de laarzen en iedereen bekogelde elkaar met sneeuwballen.
Over openingstijden en 24/7 bereikbaar zijn.
Over een voicemail bericht en schorre stemmen, hoesten, een benauwd vadertje, liefde en empathie.
Eerste blog van het jaar over het eerste ding dat je samen doet op de eerste dag. Een zin: hij was de ganzen gepasseerd en eentje was uit het water gekomen.
Hij is overleden, mijn oude vadertje. Ik heb inmiddels tientallen malen aan mensen een appje gestuurd: 'Het zat eraan te komen.' Ik was voorbereid op zijn dood.
Weet je, de pietjes op het sinterklaasjournaal doen me ergens aan denken: de zeven dwergen, ja, die uit het sprookje Sneeuwwitje, beetje Westers, en we kennen allemaal vooral de Disneyversie. Misschien is dat juist wel leuk.
Getrouwd op dinsdag 15 augustus op Texel lieten mijn kersverse man en ik ons meeslepen door de folklore van het eiland en bezochten de knuffellammetjesboerderij.
Toespraak door Michiel van Zuylen ter gelegenheid van de tweede presentatie van De kuur op 10 juni bij C&H Gallery in Amsterdam
Barry Gibb trad op tijdens Glastonbury. Ik at voor de tv met het bord en schoot. Dacht aan de tijd van Travolta.
Nostalgie kun je dragen als een zomerjurk van korenblauw katoen gekreukt.
Op weg naar de studio kom ik andere vroege vogels tegen. Nu het weer zo wisselt, kun je aan de kledingkeuze van de mensen het karakter aflezen.
Als schrijver ben je tot over je oren verliefd op je personages, zou het echt? Er is iets met mijn oren, daarover de komende tijd meer, veel meer. Ik heb elfenoren.
Over sommige Imbolc aspecten verschillen de meningen, op welke dag vier jij het, en waarom? Symbolische schoonmaak, spullen verbranden, reinigen, kaarsen in je haar, het mag allemaal.
Op weg naar werk achter een vreemde aanlopen, wie doet dat? Aan de hand van attributen, een koffer, een mooie winterjas aflezen wat voor werk hij doet. Gevaarlijk?
In een deel van Amsterdam waar ik niet woon, zou ik nu leven zonder stroom. In 'Zuid'. Krijg er rare associaties bij. 'Zuid' versus 'Centrum' en 'Noord' en... Het eerste wat ik me afvraag is wanneer het dichterbij komt. Als een nationale ramp staat het bericht op de NOS app bovenaan. Chaos, geen trein, families met kinderen ontbijten in het donker.
"Bang voor vuurwerk vannacht?" Ontmoeting ‘eén’ met de buitenwereld eerste dag van 2017 is met de buren.
laat samhain vooral verdwalen zijn ga desnoods verkleed als mens wees eerlijk in je hoop op de sluiers die verdwijnen
Het is bijna dierendag, en op weg naar mijn atelier passeer ik veel huisdieren, een wit katje zit gevangen achter glas met grote ogen naar vogels in een boom te staren.
Honderd woorden over dagelijkse dingen uit leven van schrijver en kunstenaar, omgang met mensen dieren en dingen.
In honderd woorden een deel van mijn (werk) dag.
ik zit rechtop in mijn logeerbed, laptop op schoot. is slapeloosheid en creativiteit een nieuw power duo?
dan verdwijnt iemand voorgoed uit zicht - uit jouw zicht - zeg dat even voor de duidelijkheid - daarginds doemt hij op steekt over op het moment dat jij twijfelt over richting - ook oversteken is te simpel - hij verdwijnt weer
Wanneer je haastig door de regen loopt, word je sneller nat. Wie het weer tot onderwerp maakt lijkt gedoemd om te vervallen in pseudo aforistische kapriolen, verbale producten van bedenkelijk allooi.
O, zomertijd, wat doe je ons aan!
Boekenbal: een schrijver die kan zingen is als een schrijver die kan springen en een schrijver die de dingen naar zijn hand zet.
Rituelen zijn hot maar ook op hun retour.
De media vindt de hele tijd dat ik iets moet vinden en dit aan iedereen die iets vindt, moet melden. Ik vind van alles maar ik wil deze dag aan de slag met mijn eigen dingen. Ik wil even een dag doen alsof het meevalt.
Niemand laat op de eerste dag van een nieuw jaar zijn hoofd hangen. En is het wel het geval dan is de geknakte persoon die zich weer een nieuw jaar in heeft weten te slepen, onzichtbaar voor de feestvierders.
Verhalen vertellen, oude verhalen zien sterven doordat ze onder de voet worden gelopen door nieuwe, sterkere verhalen, bekende verhalen tegenkomen in de bij toeval opgevangen verhalen van vreemden.
De koelkast kent zijn kracht en neuriet zijn ingebouwde lied.
Thuisgekomen van een fijn dagje aan het strand dat zich als uitje in mijn leven met gemak in de top tien van ongecompliceerd geluk heeft weten te wringen, geniet ik nog wat na met een tv-diner op de bank. Man kijkt tevreden de finale van de Tour, hond likt geduldig het zand van haar poten.
Ik was bekaf van het wand’len, en had net als de andere gasten in de andere kamers mijn bergschoenen op de rubberen bergschoenmat gelegd, buiten mijn hotelkamer, op de gang.
Ze gillen, de sirenes. De zieke kinderen worden en colonne ergens heen en na afloop terug naar huis of ziekenhuis gebracht.
Nog ruim een uur en dan is de maan rond. Ik kan op de fiets springen om deel te nemen aan een drumcirkel of een magisch mei ritueel ergens in een bos. In de auto stappen en naar het strand scheuren en de zee inlopen.
Een blogserie over de rol van de cirkel in mijn artistieke praktijk
Aan het woord arbeid kleeft een vaak wat beladen geschiedenis en omdat ik hierboven al typend slechts een persoonlijk verslag maak van mijn aan arbeid gerelateerde dingen, beken ik dat voor mij arbeid hoogst persoonlijk is.
Een stevige tuinschaar steek ik in mijn laptoptas.
In de auto op de achterbank koesterde ik nooit de droom dat ik later zelf zou rijden.
Waar Wall miljoenen mensen een onnavolgbaar plezier mee doet is de mededeelzaamheid aan ons adres wat zijn knappe reconstructietechniek aangaat.
De zondag zingt van zon en dat de dag nog jong is. Ik zit in de trein en bedenk nog niet dat het met de auto prettiger geweest was.
En dan loop je zacht, je sluipt (weer) als een schoolkind zonder zorgen op de vrije zaterdag.
kijk toch aan die rok, een mooi model, een fijne plooi, de lengte flatteus tot net op de knie.
Linus werd consequent afgebeeld met een dekentje. Duim in de mond. Zonder dekentje was het huilen geblazen
Of ze in het echt ook roken, vroeg ik me af, en de trek in een eigen sigaret nam meteen behoorlijk toe.
We gaan geen internet nemen, zeg ik vrijwel meteen als hij binnenkomt om de ruimte nader te bekijken.
Het slaapkamerraam zetten we open. De warmte in de kamer zal weldra verdwijnen.
Ik kijk op het journaal naar de uitreiking van de Grammy’s en een in sneeuwwit kostuum gehulde Madonna zingt kraaienvals dat zij eigenlijk geen wandelstok nodig heeft.
De auto parkeren we aan de vijverkant, zodat hond op de achterbank op de vijver kan uitkijken: haar grote kop kunnen we vanaf ons tafeltje achter het raam van het restaurant zien.
Waarin zou nu precies de sensatie van vuurwerk zitten?
Wat is dat toch met het gebrek aan daglicht, in de spreektaal licht of moet ik het l-woord meteen in vooruitblik op de feestelijke dagen met een hoofdletter schrijven?